Jaarlijks moet Ferran Adrià zo’n 1.992.000 mensen teleurstellen. De chef-kok van het wereldberoemde Spaanse restaurant elBulli in het plaatsje Roses aan de Costa Brava (afgelopen woensdag voor het vierde jaar verkozen tot beste restaurant ter wereld) krijgt per jaar twee miljoen reserveringen binnen, terwijl hij maar plaats heeft voor achtduizend personen.
Gezien de prestigieuze reputatie die elBulli nu heeft (drie Michelin sterren), is de afkomst bescheiden: het was ooit een strandtent naast een midgetgolfbaan. Maar dankzij de innovatieve Adrià groeide het uit tot een fenomeen. Net zoals vroeger, toen de badgasten ’s winters wegbleven, is het restaurant nog altijd gesloten van oktober tot maart. Maar nu is dat niet meer omdat er geen zaken gedaan kunnen worden (gasten reizen soms duizenden kilometers om te komen eten), maar omdat Adrià die tijd wil gebruiken nieuwe gerechten te ontwikkelen. De tijd die hij uittrekt om elk jaar een nieuw menu samen te stellen, is de moeite waard. Zo ontwikkelde hij niet alleen originele gerechten als de pijnboompittensorbet, marshmallows met kaas en wortelschuim, maar zelfs ook nieuwe manieren om te koken, zoals met stikstof. Wie bij elBulli wil gaan eten, moet de ervaring over zich heen laten komen. Een kaart heeft het restaurant niet meer, iedereen koos toch alleen maar voor de proeverij. Adrià zelf kiest wat de gast voorgeschoteld zal krijgen op een avond, een serie van zo’n dertig kleine gerechten. Daarbij houdt hij niet alleen rekening met de voorkeur en allergieën van de gast, maar ook met welke ingrediënten verkrijgbaar zijn en zelfs met het weer: een ananas-gerecht kan niet tegen vocht en kan dus alleen gegeten als een droge wind waait. Een etentje bij elBulli kost zomaar 200 euro, en dan is de wijn nog niet meegerekend.
23 April 2009
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment